Overlandvluchten 2022 |
Friese Aero Club
|
11-stedentocht |
Klik HIER om alles te lezen over deze unieke club wedstrijd op 17 juni 2000.
|
|
FAQ: Zweefvliegen bij de Friese Aero Club |
Hoe hoog kun je komen met een zweefvliegtuig ?
Thermiekbellen kunnen tot 4.500 m hoog gaan. Boven de 3 km is het verplicht zuurstof mee te nemen. In bepaalde omstandigheden in berggebieden bij zgn. "Golf"-vliegen, zijn hoogten van 9.000 m te halen. Het wereldrecord absolute hoogte staat op 14.938 meter (17/02/86) en hoogte winst staat op 12.894 m (25/02/61). Beide hoogte records staan op naam van Amerikanen en zijn gevlogen in Californië.
Hoe lang duurt het voordat je een vliegbrevet (GPL) kan halen.
Dit hangt heel erg van de eigen inzet af. Fanatiekelingen halen het zweefvliegbewijs soms al in anderhalf jaar. Als je minder vaak komt om te vliegen kan het ook 3 - 4 jaar duren. Dit heb je dus min of meer zelf in de hand.
Wanneer voor het eerst alleen de lucht in
Wanneer de instructeurs ervan overtuigd zijn dat je het vliegtuig onder alle normale omstandigheden beheerst, dan is het grote moment daar! Je eerste solo vlucht, voor het eerst zonder instructeur de lucht in. Dit is een moment om nooit te vergeten. De eerste paar solovluchten maak je op de vertrouwde tweezitter. Daarna wordt het tijd voor de éénzitter. Je wordt uitgebreid overgebriefd door een instructeur. Dit is het vliegtuig waar je de komende tijd veel mee zult vliegen om ervaring op te doen. Solo vliegen doe je onder verantwoordelijkheid van een instructeur. Hij bepaalt dan ook of je mag vliegen of dat bijzondere weersomstandigheden meer ervaring van de leerling vereisen. Natuurlijk zal de instructeur de situatie aangrijpen om je ervan te laten leren in de tweezitter.
Wat is thermiek
Een zweefvliegtuig heeft in tegenstelling tot normale vliegtuigen geen motor. Toch kan een zweefvliegtuig urenlang achter elkaar in de lucht blijven. Hiervoor moet het echter wel stijgende lucht kunnen vinden. Een zweefvliegtuig daalt onder normale omstandigheden ongeveer 30 tot 80 centimeter per seconde. Als het zweefvliegtuig dus in een luchtstroom komt die harder stijgt, als dat het vliegtuig daalt, gaat het zweefvliegtuig dus omhoog! Er zijn verschillende soorten stijgende luchtstromen, maar in Nederland is de meest voorkomende 'Thermiek", oftwel een warme stijgende bel of slurf warme lucht. Deze stijgende lucht kan je normaal niet zien, maar thermiek heeft een interessant neveneffect: In veel gevallen vormt zich een wolk aan de bovenkant van de thermiek! Iedereen kent het misschien wel, een mooie zonnige zomerdag, waarbij 's middags er allerlei kleine bloemkoolwolkjes (cumules) aan de hemel verschijnen. Voor een zweefvlieger beteken deze wolkjes thermiek. Hoe ontstaat thermiek nu? Het heeft alles te maken met de zon. De zon verwarmt namelijk het aardoppervlak (Ook als het bewolkt is gebeurt dit, alleen een stuk minder als op een dag waarop de hemel strakblauw is). Het is niet zo dat de zon de lucht verwarmt! De zon verwarmt het aardoppervlak en deze warmt op zijn beurt langzaam de lucht op. De lucht die word opgewarmd is trouwens vooral de onderste 30 meter lucht. Als het zomers op de grond 30 graden is, kan het op 50 meter nog maar 20 graden zijn! De meeste mensen zullen misschien wel weten, dat warme lucht minder zwaar weegt dan koude lucht. Kijk maar eens boven een gasfornuis of vuur (of hou je hand er boven), je zult de lucht erboven zien "trillen". Dat is warme lucht die opstijgt. De lucht boven het aardoppervlak word dus steeds warmer, en lichter als de koudere lucht die er boven zit. De lucht blijft echter meestal "plakken" aan het oppervlak (zoals belletjes lucht ook wel eens in een pan met warm water blijven plakken), todat de wind het een object (bomen, huis, etc) duwt. Dan laat de lichtere warme lucht los van het oppervlak, en begint te stijgen... Een thermiekbel is geboren. De warme lucht kan in Nederland soms stijgsnelheden bereiken van wel 5 meter per seconde, 1 tot 3 meter is echter normaal. Tijdens het stijgen van de lucht, word deze wel steeds koeler. En in koude lucht past minder vocht (water), als in warme lucht. Op een gegeven moment kan de lucht zoveel afkoelen, dat er meer vocht inzit, als dat er in past. er ontstaan dan miniscule waterdruppeltjes. Deze waterdruppeltjes vormen een wolk (mist onstaat overgens ook doordat de lucht zoveel afkoelt, dat de hoeveelheid vocht die er inzit, er niet meer inpast. Mist is dus eigenlijk een soort wolk). Als er thermiek is, waarbij wolken onstaan, noemen zweefvliegers dat natte thermiek. Er zijn echter dagen dat de lucht op de grond zo droog is, dat er geen wolken onstaan. Dan spreken zweefvliegers van droge thermiek. Thermiek stijgt meestal tot 1200 meter, maar soms gaat het wel door tot 3 kilometer. Dan is de lucht zoveel afgekoelt, dat het dezelfde temperatuur heeft als de omringende lucht. Ze zijn dus allebei evenzwaar, en de thermiekbel stijgt niet meer. Een zweefvlieger gaat normaal door tot zo'n 100 meter onder de wolk die ontstaat. Soms ontstaat zo'n wolk al heel vroeg, op 800 meter, maar bij droge thermiek (of blauwe thermiek, omdat er alleen blauwe lucht is, en geen wolken) kan je helemaal tot het hoogste puntje van de thermiekbel doorgaan.
|
|
|